Uitgangspunten Jenaplan
Petersen vindt dat school meer is dan alleen les geven. Voor hem is het belangrijk voor het kind dat het zich totaal kan ontplooien. Zijn uitganspunten zijn:
- Ontplooiing van de persoonlijkheid van het kind.
Bij het Jenaplan vinden ze het heel belangrijk dat het kind zichzelf kan ontwikkelen en daarvoor moet het kind zich op zijn gemak voelen en zichzelf kunnen ontdekken.
- Betrokkenheid bij de omgeving, zowel de directe omgeving en die daar buiten.
Op de Jenaplanschool vinden ze het belangrijk dat het kind weet wat er in de wereld aan de hand is en wat er allemaal om het kind heen gebeurd. Dit gaan ze ontdekken door er opuit te gaan en zo te kijken naar de omgeving en de mensen die er buiten de school zijn. Ook wordt de rest van de wereld behandeld bij verschillende vakken.
- Sociale vorming.
Petersen vond het belangrijk dat de kinderen een band zouden gaan vormen met de rest van de kinderen in de school en de leraren, samen leren is namelijk makkelijker en misschien wel leuker als alleen. Zo leren ze ook ieders normen en waarden te ontdekken en daarmee om te gaan.
- Leren omgaan met vrijheid en verantwoordelijkheid.
Petersen vond het belangrijk dat de kinderen al vroeg leerden omgaan met vrijheid en verantwoordelijkheid. Zo leren ze omgaan met plannen en serieuzer met het werk om te gaan.
- Ontwikkelen van zelfstandigheid.
De kinderen leren veel dingen zelf te doen en zo ook dingen eerst zelf te proberen en minder afhankelijk te zijn van de leraren en de andere klasgenoten.
- Vertrouwen in kinderen en hun groeikracht en voortbouwen op de sterke punten van de kinderen.
Petersen vind dat het belangrijk is dat de leerkrachten vertrouwen hebben in de kinderen. Als je een kind niet vertrouwt kun je een kind ook niets leren. De leraren moeten ook samen met de leerlingen de sterke punten van de leerlingen zoeken en die gebruiken om vooruit te komen op school.
Maak jouw eigen website met JouwWeb